Engels jaar 1

De afgelopen blokken heb ik stap voor stap gewerkt aan mijn Engels, zowel in schrijven als spreken. Hoewel ik het nog steeds spannend vind, zie ik duidelijke verbeterpunten én groei.

In blok 1 merkte ik dat presenteren in het Engels voor een groep mij erg zenuwachtig maakt. Tijdens de presentatie kreeg ik een black-out bij de vragenronde, waardoor ik sommige vragen niet goed begreep en mijn antwoorden niet sterk waren. Ook mijn lichaamstaal was onzeker; ik keek vooral naar mijn aantekeningen. Ik leerde hier dat mijn woordenschat en luistervaardigheid nog verder ontwikkeld moesten worden.

In blok 3 werkte ik voor het eerst met Engelstalige bronnen. In het begin begreep ik de opdracht niet goed, maar toen ik me er echt in verdiepte, vond ik het eigenlijk interessant. Ik leerde hoe ik relevante bronnen kon zoeken en uitleggen waarom ze bruikbaar zijn. Het Engelse debat vond ik lastig. Ik was erg zenuwachtig, vergat wat ik wilde zeggen en las bijna alles van mijn laptop. Hierdoor sprak ik te snel en was mijn uitspraak minder goed. Ook kreeg ik weinig spreektijd. Ik leerde hier dat ik meer moet oefenen en dat ik me moet focussen op uitspraak, woordenschat en spreekvaardigheid.

In blok 4 heb ik meer aandacht besteed aan de voorbereiding. Ik maakte een duidelijke structuur voor mijn infographic en oefende hardop. Ook keek ik naar een filmpje van mezelf waarin ik tongue-twisters deed, om aan mijn houding en uitspraak te werken. Tijdens de presentatie sprak ik nog steeds wat te snel en keek ik vaak naar het scherm in plaats van het publiek. De feedback was dat ik langzamer moest praten, het publiek meer moest meenemen in mijn verhaal en moest werken aan vloeiende overgangen. Wel kreeg ik terug dat mijn structuur, grammatica en woordenschat verbeterd waren.

Wat ik uit deze blokken heb geleerd, is dat Engels presenteren spannend blijft, maar dat ik wel vooruit ben gegaan. Ik heb geleerd dat het belangrijk is om verbinding te maken met je publiek, rustig te spreken en goed voorbereid te zijn. In de toekomst wil ik nog meer oefenen met spreken, mijn woordenschat vergroten en vooral meer zelfvertrouwen krijgen in het gebruik van Engels.